“Doe niet zo vervelend!” “Wat ben ik toch dom!” “Kun je nu nooit netjes eten, je moet eens stil blijven zitten.” “Het lukt me niet!” Deze uitspraken hebben met elkaar gemeen dat ze negatief zijn geformuleerd. Grote kans dat ze je geen fijn gevoel maar je juist boos, opstandig of verdrietig maken.

Een groot deel van de dag ben je aan het communiceren, met anderen of met jezelf. Dit communiceren kun je op 2 manieren doen: positief / helpend of negatief / niet helpend. Bij jonge kinderen in mijn praktijk gebruik ik daarbij de woorden rood en groen. Al heel jong kunnen kinderen dit makkelijk begrijpen.

Regelmatig krijg ik kinderen en jongeren in de praktijk die negatief met zichzelf communiceren, met andere woorden: ze denken negatief over zichzelf. Hierdoor voelen ze zich rot, onzeker of minderwaardig en kunnen ze onverklaarbare buikpijn of hoofdpijn krijgen. Om het vervelende gevoel te laten verdwijnen gaan we samen kijken hoe je anders kunt denken. Vaak zijn dit ingesleten patronen. Er is een verandering nodig in het denken en dat heeft tijd nodig. De 1^e stap is bewustwording. Wanneer denk je negatief (rood), wanneer positief (groen). Betrap jezelf er op. Vaak maken deze kinderen denkfouten en vullen ze bijvoorbeeld in wat anderen misschien zouden denken. Ze hier bewust van maken is vaak al heel helpend. De volgende stap is om gebeurtenissen niet meteen op jezelf te betrekken. Dingen gebeuren nu eenmaal, de manier waarop jij er over denkt bepaalt hoe je je voelt.

Stel: je vriendinnetje maakt een vervelende opmerking tegen je. Het is makkelijk om meteen te denken dat ze boos op je is of je niet meer aardig vindt. Dit geeft je geen fijn gevoel en misschien ga je daardoor ook vervelend tegen haar doen. Je bent nu aan het invullen wat er aan de hand is. Maar wat nu als je vriendinnetje net ruzie heeft gehad met haar moeder, boos of verdrietig is, en dit op jou afreageert. Niet handig van haar, maar het heeft niets met jou te maken. Door te vragen wat er aan de hand is krijg je een fijne communicatie en een goed gevoel.

Om je kinderen te helpen positieve woorden tegen zichzelf te gebruiken, kun je in je gezin oefenen door op een positieve manier te communiceren. “Doe niet zo vervelend” is niet fijn om te horen, het is een negatief bericht en je kind wordt er boos of verdrietig van. Door aan te geven wat je wel zou willen breng je meer positiviteit. Bijvoorbeeld: “Ik zou het fijn vinden wanneer je aardig tegen me doet, daar word ik blij van.” Of “Ik vind het prettig wanneer we iets doen wat we allebei leuk vinden.” “Je hebt 25 sommen goed!” En natuurlijk mag je kind leren omgaan met kritiek, maar dit kan ook op een opbouwende manier. Door te oefenen met het gebruik van woorden die een prettig gevoel geven wordt het steeds vanzelfsprekender. En natuurlijk gaat het wel eens mis, ben ook dan vriendelijk voor jezelf en zeg dat je mag leren.

Om te proberen:

In je gezin kun je er een spelletje van maken zoveel mogelijk positieve woorden te gebruiken. Turf maar eens hoeveel groene en rode woorden iedereen tijdens het eten gebruikt. Degene met de meeste groene woorden hoeft niet af te wassen

Mensen die veel groene woorden gebruiken komen veel aardiger over. Ook worden ze zelf veel vrolijker en gelukkiger omdat ze meer zelfvertrouwen hebben. En wie wil dat nou niet?!

Drs. Sandra van ter Meij

Praktijk voor Jeugdcoaching